In twee mooi vormgegeven bundels van uitgeverij Voetnoot, Ontsnappende hemel en Als kattenogen, is het verspreid verschenen werk van twee Taiwanese dichters bijeengebracht dat vertaalster Silvia Marijnissen in de loop van tien jaar vernederlandste.
Shang Ch’in (ook Shang Qin, 1930-2010) werd geboren op het Chinese vasteland maar vluchtte naar Taiwan, waar hij uitgroeide tot een van de meest toonaangevende stemmen in de hedendaagse Chinese poëzie. Vooral bekend is hij om zijn veelal verstilde prozagedichten, waarin gevangenschap en ontsnapping de overheersende thema’s zijn, en waarin hij met kronkelige, uitdijende zinnen een licht irreële maar zeer menselijke wereld creëert. Zoals in het gedicht waarin iemand voor zijn eigen huisdeur staat, zijn schaduw op de deur ziet en vervolgens de sleutel ‘in zijn hart’ steekt. Of met humor, in het gedicht ‘Giraf’, waar een ietwat argeloze cipier een ‘maandelijkse toename’ in de lengte van de nekken van de gevangenen bemerkt. Voorzien van pentekeningen van de auteur.
De eigenzinnige Hsia Yü (ook Xia Yu, 1956), die haar gedichten titels meegeeft als ‘Salsa’ en ‘Fusion Kitch’, geldt als een van de origineelste stemmen in de hedendaagse Chinese poëzie. Opvallend is de (zelf)spottende, speelse toon waarmee ze vrouwen en relaties tussen mannen en vrouwen beschouwt, in regels als: ‘een vrouw […] is geknipt voor verrassingsaanvallen/ ongeschikt voor afspraken’ en: ‘ik liep de verkeerde kamer binnen/ en miste mijn eigen huwelijk’ of: ‘jij bent zo verveeld/ ik ben zo mooi’. Ook speels is haar omgang met de taal, ze schuwt het experiment niet, zet het Chinees, met zijn soms ambigue grammaticale regels, geheel naar haar hand en leverde zelfs een bundel af waarin ze eerder werk opknipte om er nieuwe verzen mee te maken.
Recensies NBD | Biblion