Li Ao (essay)
Wie in deze tijden, in deze wereld waarin wij leven, zijn hoofd wenst te behouden en zijn huid duur wil verkopen, wie uit de gevangenis en de handen van de autoriteiten wil blijven, die kan het niet stellen zonder een grondige kennis van een tak van wetenschap waarvan ikzelf, Li Ao, de grondlegger ben: de overlevingskunst.
De overlevingskunst biedt, zoals de naam al zegt, de kennis om in deze chaotische wereld het hoofd boven water te houden. Tijden van wanorde zijn er van oudsher geweest. Sommige mensen weten de klappen goed op te vangen en slaan er een slaatje uit; anderen hebben minder geluk en moeten naar het buitenland uitwijken. Die ongelukkigen heb je in drie categorieën: van de eerste staat het hoofd niet meer op de romp; de tweede zit achter slot en grendel; de derde is het slachtoffer van valse beschuldigingen en leeft van dag tot dag in angst.
Over de eerste twee categorieën van die ongelukkige zielen hoeven we het niet te hebben – die kunnen immers al geen kant meer uit. Wat kunnen wij die domme verliezers nog bijbrengen van de overlevingskunst? We kunnen hooguit een schietgebedje voor ze doen, of ze aanraden zelf een gebedje op te zeggen.
Wat de derde categorie betreft, die vormt bij uitstek de doelgroep van mijn schriftelijke cursus in de overlevingskunst. Het enige wat ik nog betreur is dat ik niet eerder ben geboren, anders had ik de mensen in de Oudheid van advies kunnen dienen en zo rampen kunnen voorkomen. Want er zijn in de Chinese geschiedenis zoveel helden onterecht aan hun einde gekomen – zonde! Hun dood was het meestal niet waard.
Neem nu Boyi en Shuqi. Die twee trouwe ministers in de laatste dagen van de oude Shangdynastie wilden zich niet onderwerpen aan de staat Zhou en weigerden principieel ‘het graan van Zhou’ te eten. Ze vluchtten de berg Shouyang op, waar ze uiteindelijk van het gras en de varens leefden. De sukkels, want wat daar groeide was net zo goed van Zhou. Hun onbenullige hongerdood was wat mij betreft niet nodig geweest. Dat is daarom ook geen methode die ik de moderne mens kan aanbevelen.
Dan heb je het geval van Tao Yuanming, de beroemde dichter uit de vierde eeuw. Toen de maatschappij uiteenviel, veranderde hij zijn naam in Tao Qian, ‘Tao de Verborgene’, en trok zich terug op een verwaarloosd stuk grond op het platteland… waar zijn bedienden en zijn kroost voor hem klaarstonden, evenals een flinke voorraad wijn – dat geluk had hij wel. Zijn tijdgenoot generaal Tan Daoji schijnt niet te hebben begrepen waarom hij het zich zo moeilijk maakte, maar in onze ogen had Tao Qian het daar zo slecht nog niet. In die roerige tijden had hij tenminste nog een stuk grond, bedienden, domme zonen, wijn, hondenvlees en chrysanten. Hij hoefde zich tenminste niet druk te maken over een woonvergunning, de wijkpolitie, of nog innemender personages dan de politie die ineens voor de deur kunnen staan. Dat soort voorrechten zijn ondenkbaar voor de mensen van nu. Tao Qians overlevingsmethode is vandaag de dag dan ook niet meer toepasbaar.
Geen van beide bovenstaande methoden kan dus mijn goedkeuring wegdragen. Die van Boyi en Shuqi is te extreem, te dom; die van Tao Qian is te beperkt, zo teruggetrokken en zo zorgeloos als Tao was. Gezien zijn positie in die tijd was zijn houding te passief; me dunkt dat hij te veel aan zichzelf en zijn eigen hachje hechtte. Hij had die bergen uit moeten komen en zich voor de maatschappij en het gewone volk in moeten zetten. Het voorbeeld van Tao Qian doet me denken aan de grote ‘verrader’ Feng Dao uit de periode van de Vijf Dynastieën, beter bekend onder zijn bijnaam Tevreden Oude Man. In tijden van chaos had Feng Dao zich net als Tao Qian uit het openbare leven kunnen terugtrekken, maar hij koos ervoor de schaamteloze oude man uit te hangen en met de ene na de andere vijand te collaboreren. Zo kon hij soms met één slim leugentje een stad of een paar duizend mensen uit de handen van binnenvallende barbaren redden. Het valt dan ook niet te ontkennen dat hij veel goeds heeft verricht, ook al staat hij in de geschiedenis dan te boek als een grote ‘verrader’!
Methodes moeten worden aangepast aan de tijd en de omstandigheden: de huidige beoefenaars van de overlevingskunst kunnen bezwaarlijk de leer van Boyi en Shuqi of de leer van Tao Qian nog volgen. Daarom is het van groot belang dat wij deze tak van de wetenschap tot in de details herzien en herwaarderen – dit ten behoeve van al diegenen die, hoewel ze nog niet achter de tralies zitten, toch het mes al op hun keel voelen.
De overlevingskunst zoals ik die opvat, is een tak van wijsheid die bloeit in de kleine spleet tussen de twee uitersten waarvan zij de synthese vormt, zoals de volgende tabel duidelijk maakt:
A | B | C |
je ziel verkopen en het kwaad dienen | overlevingskunst | onthoofding, opsluiting, verbanning |
De tabel laat zien dat de overlevingskunst (B) de garantie is voor zelfbehoud en zelfexpressie, doordat de beoefenaar ervan niet bereid is tot overgave en vernedering zoals onder A, en weigert tegen de bierkaai te vechten zoals onder C. Volgens mijn onderzoek bestaat die kunst uit in totaal vijftien methoden. Moge onderstaande opsomming mijn kameraden tot naslagmateriaal dienen.

- De bergen in vluchten. De methode van Boyi en Shuqi. Tegenwoordig onbruikbaar.
- De zee kiezen. Gaat terug op Confucius’ raad om ‘met een vlot de zee op te gaan’ als het moeilijk wordt. Het moderne equivalent is je verschuilen in de buitenlandse concessiewijken of naar Amerika gaan. Methode voor leeglopers. Je bevindt je buiten de jurisdictie van de wet, dus je bent niet direct verantwoordelijk voor je uitspraken. Moedig is anders.
- Je terugtrekken op het platteland. De methode van Tao Qian. Leven van het land en gedichten schrijven op de planten en de bloemen. Tegenwoordig onbruikbaar.
- Mahjong spelen. Volledig opgaan in de honderdzesendertig steentjes op het bord. Vulgair.
- Kungfu. Al je vertrouwen leggen in vliegende zwaarden en speren, die van mijlenver de vijand van zijn hoofd kunnen beroven. Zie Ah Q, het beroemde personage van Lu Xun dat in elke feitelijke nederlaag een ‘geestelijke overwinning’ zag. Vulgair.
- Drank. De methode van heer Xinling. Toen die trouwe ambtenaar uit de periode van de Strijdende Staten onterecht bij de koning werd belasterd, verscheen hij op een dag niet aan het hof, maar dronk zich thuis dood. ‘… drank – hoeveel helden zijn er niet aan verloren gegaan?’
- Vrouwen. De methode van generaal Cai E. Die overtuigde republikein van het begin van deze eeuw voelde zich bedrogen toen zijn president Yuan Shikai zichzelf uitriep tot de nieuwe keizer van China. Hij beraamde zijn verzetsstrategieën in het bordeel bij de beroemde prostituee Fengxian, tot aan zijn voortijdige dood. Jammer genoeg zijn er tegenwoordig maar weinig vrouwen meer zoals Fengxian. Schoonheden, waar zijt gij?
- Doen alsof je gek bent. De methode van Ji Zi, uit de oude Shangdynastie, en Jieyu, ‘de gek van Chu’, uit de tijd van Confucius. Omdat hun vorsten hun raad niet ter harte namen, lieten zij hun haren los hangen om zich als gekken voor te doen en zo te overleven. Fan Ju, de rondtrekkende raadgever uit periode van de Strijdende Staten, zag niets beschamends in hun keuze en heeft ze tot voorbeeld verheven om hun nobele motieven. Ook Sunzi, de schrijver van De kunst van het oorlogvoeren, heeft zich ooit voor gek uitgegeven om de grens over te vluchten. Helaas zijn er tegenwoordig gekkenhuizen, één schokbehandeling en het spelletje is afgelopen.
- Je van de domme houden. Expres een verwarde indruk maken is al niet makkelijk; doen alsof je echt nergens van weet is nog moeilijker.
- Zelfverminking. Yu Rang, uit de periode van Lente en Herfst, ‘smeerde zichzelf in met lak om er als een lepralijder uit te zien en slikte as door om een stomme te worden’, om zo vermomd de moord op zijn heer te kunnen wreken. Maar zijn slachtoffer herkende hem, en Yu Rang nam, zoals het een held betaamt, zijn eigen leven. De dichter Gong Zizhen uit de Qingdynastie zocht het in zelfbevlekking, achter gesloten deuren uiteraard, want voor een taoïst betekent elke zaadlozing eigenlijk een bekorting van je eeuwige leven.
- Ziekte als voorwendsel. Klaag de hele dag over duizeligheid, zwakke ledematen en rugpijn, en iedereen zal je verdenken van impotentie, maar ook van karakterloosheid.
- Lachen. Lach de hele dag om alles en vermijd discussies over politiek. Komt het gesprek er toch op, maak je er dan met een lach of een vloek van af, dan blijf je buiten schot. Ji Xiaolan, een schrijver van spookverhalen uit de Qingdynastie, had veel succes met die methode, maar Jin Shengtan, een criticus uit de zeventiende eeuw, moest het met de dood bekopen.
- Een lang gezicht trekken. Doe je zo ongezond en zo onheilspellend voor als de ceremoniemeester bij een begrafenis. Niemand wil iets met zo’n man te maken hebben, dus zo kom je ook niet in moeilijkheden.
- In zaken gaan. Fan Li uit de periode van Lente en Herfst is het beroemde voorbeeld van de ambtenaar die de politiek de rug toekeerde en een succesvol zakenman werd. (Hij noemde zich sindsdien heer Zhu van Tao, wat een ander woord werd voor miljonair.) In zijn tijd hoefde je in de handel nog geen gebruik te maken van corrupte ambtenaren of belastingontduiking. Tegenwoordig ligt dat wel anders, zelfs de kleinste middenstander kan niet zonder connecties of omzeilingen van de duizend directe of indirecte belastingen die hem worden opgelegd.
- De vlooienmethode. Als een vlo iemand bijt, jeukt het even, maar echt pijn doet het niet, en nadat de vlo gebeten heeft, springt hij meteen weer weg, zodat de gebetene niet eens de moeite neemt om hem te vangen. Het gros van de hedendaagse stukjesschrijvers gedraagt zich zo: ze knijpen een of twee vlooien dood en denken dat ze helden zijn!
De bovenstaande vijftien methoden vormen samen de beginselen van Li Ao’s overlevingskunst. Helden en heldinnen van vandaag, wil je je mannetje of je vrouwtje staan, wil je de rampen van deze chaotische tijden afweren, kies dan een of twee methoden uit die bij je passen. Of je ze goed uitvoert of niet, hangt van jezelf af. Heb je geen succes, dan heb je dat aan jezelf te danken; als je door de mand valt, zul je er zelf voor moeten boeten. De aartsvader van de overlevingskunst, Li Ao, de speculant der speculanten, wijst iedere verantwoordelijkheid af!
1965
(Vertaling Mark Leenhouts)
Li Ao (1935-2018) werd geboren in Harbin, Noord-China, en verhuisde in 1948 met zijn familie naar Taiwan, waar hij zich ontpopte als een zeer productief schrijver van erudiete en satirische essays. Hij dreef de spot met allerlei in zwang zijnde opvattingen en nam vele vooraanstaande figuren op de hak, wat hem meermalen op een publicatieverbod of gevangenisstraf kwam te staan. Vanaf 2004 had hij een populaire tv-column op de Hongkongse zender Phoenix, die ook op het Chinese vasteland veel bekeken wordt. Ooit vatte hij zijn eigen reputatie samen als: ‘De drie grootste Chinese schrijvers van de afgelopen vijftig jaar, en van de afgelopen vijfhonderd jaar, zijn Li Ao, Li Ao en Li Ao.’
Oorspronkelijk verschenen in Het trage vuur 4, maart 1998