Eén vrouw tegen de staat

Vertaald door Mathilda Banfield en Annelous Stiggelbout

Wat te doen als je in China zwanger bent van een tweede kind? Li Xuelian, de boerenvrouw uit Liu Zhenyuns Chinese bestseller Ik ben geen secreet, verzint een list. We scheiden, zegt ze tegen haar man, en na de bevalling trouwen we weer, wie kan ons dan iets maken? Zo gezegd, zo gedaan, maar na de scheiding gaat manlief er met een ander vandoor, waarop de getergde Xuelian naar de rechter stapt. Ze wil ‘bewijzen dat de scheiding nep was, en dan hertrouwen met die klootzak’ – om vervolgens alsnog van hem te scheiden.

Dat is het kluchtige uitgangspunt van deze gesmeerde satire, die in feite niet over China’s eenkindpolitiek gaat, maar over de rechtsgang en de ambtenarij. Want met haar koppige eis trekt de boerin uiteindelijk vanuit de provincie naar Peking, waarbij ze zonder het zelf amper te begrijpen de machinaties van de macht blootlegt. Of eerder gezegd: waarbij ze een spoor van vernieling in het corrupte staatsapparaat achterlaat. Door voortdurende misverstanden tussen bange, wantrouwige of zelfzuchtige ambtenaren leidt haar zaak tot het ontslag van een hele reeks hoge piefen, en dat is nog maar het begin van haar twintigjarige strijd.

Is dit daarmee een staatsondermijnende roman? Nee, corruptiebestrijding is officieel beleid, en kritiek op lokale autoriteiten is daarbij geoorloofd. Maar toch staat het er maar: bladzij na bladzij zien we ambtenaren zich vertwijfeld afvragen wat er mis is met hun ‘werkwijze’, hun ‘instelling’, hoe het toch kan dat één vrouw met elke stap ‘aan de touwtjes van alle leiders’ trekt.

Wat dat betreft is het wel jammer dat dit ironische spel een tikje aan herhaling lijdt, en dat Liu wat veel ruimte besteedt aan een slapstickachtige klopjacht op Xuelian, die er met honderden politieagenten van weerhouden moet worden het Nationale Volkscongres in Peking te bereiken. Al laat het venijn in de epiloog wel degelijk zien dat ook deze luchtige vorm van kritiek in China zijn doel kan treffen.

Oorspronkelijk verschenen in de Volkskrant, 26 september 2015