Speurwerk in het oude China

‘Tie? Dat ben ik!’ heeft Robert van Gulik ooit gezegd. Het zal ingewijden in de Rechter Tie-mysteries misschien niet verbazen, maar een veelzeggende opmerking is het wel.

Al baseerde de excentrieke ‘man van drie levens’ – diplomaat, schrijver en oriëntalist – zich op historisch materiaal over de zevende-eeuwse Chinese speurder, hij verzon er niet alleen allerlei intriges bij maar paste vooral de vorm van de Chinese misdaadverhalen drastisch aan de Westerse smaak aan. En dat terwijl het wereldwijde appeal van ‘Judge Dee’ toch vooral in zijn ‘Chineesheid’ ligt.

De voorwoorden bij de pas verschenen eerste twee delen van de complete heruitgave van de reeks zijn wat dat betreft tekenend. In het eerste, bij Fantoom in Foe-lai, benadrukt sinoloog Idema nog maar eens hoezeer Van Guliks ‘Chinese detectiveroman’ diens eigen uitvinding was. Waar in de traditionele Chinese verhalen de dader vaak al aan het begin bekend was en vooral de berechting en boetedoening centraal stonden, maakte Van Gulik van de moralistische rechter eigenlijk meer de slimme ontrafelaar uit een Westerse whodunit.

Maar voor misdaadschrijver Jan Willem van de Wetering, in zijn inleiding bij Het Chinese lakscherm, is datgene wat Van Gulik aan de vaste detectiveformule toevoegt nou juist de ‘realistische’ verbeelding van ‘het oude China’, met zijn mistige bergtoppen, concubines en kalligrafie. Maar zou je als je je wilt verdiepen in de Chinese cultuur niet ook iets van de klassiek Chinese kijk op misdaad willen meekrijgen, in plaats van alleen die wat stereotiepe setting? Verschaft ‘Rechter Tie’ dan vooral oppervlakkig exotisme?

Ja en nee. Ja: bij (her)lezing van de nu vijftig jaar oude verhalen blijkt dat Van Gulik zijn vele, lang niet altijd voor de plots noodzakelijke wetenswaardigheden over Chinese gewoonten en klederdracht vaak nogal storend en uitleggerig in de dialogen verwerkte.

En nee: in Tie’s manier van doen en spreken proef je toch ook wel iets van de traditionele Chinese misdaadliteratuur. De scherpzinnigheid en doortastendheid van de rechter, bijvoorbeeld, die niet zozeer redeneert en deduceert maar met onverwachte associaties komt of de karakters van mensen doorziet. En even ‘Chinees’ lijkt de bondige, nuchtere stijl waarin Van Gulik die staaltjes vertelt, met meer aandacht voor actie dan psychologie.

Kortom: Van Gulik is inderdaad rechter Tie, en misschien is het juist door die samenvloeiing van persoonlijkheden, meer dan door de mysteries zelf, dat de boekjes nog altijd tot de verbeelding spreken. Zowel de meer kunstzinnige, van bijvoorbeeld Dick Matena’s stripbewerking uit 2000, vlak voor hij aan Reve’s De avonden begon, als de populaire, getuige de verfilming die John McTiernan, maker van kaskrakers als Die Hard en Last Action Hero, in petto heeft. Al is het nog maar de vraag of de jeugdige doelgroep van dat trendy oosterse-vechtkunstspektakel vervolgens ook zal afkomen op deze kostbare verzamelaarsuitgaven met hun omslagen in de oorspronkelijke vijftigerjarenstijl.

Zie ook: www.rechtertie.nl

Oorspronkelijk verschenen in de Volkskrant, 5 september 2003

Een gedachte over “Speurwerk in het oude China

  1. Pingback: De schepper van rechter Tie | Aards maar bevlogen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s