Spectaculaire straf voor een operaster

In zijn Nobelspeech zei Mo Yan dat hij zich in De sandelhoutstraf, zijn ambitieuze roman uit 2001, voor het eerst een ouderwetse verhalenverteller op een plein voelde. Na lang experimenteren met het westers modernisme, keerde hij nu terug naar de Chinese traditie – voor een verhaal dat ook alles met traditie te maken had: over zijn geliefde volksopera.

Vertaald door Silvia Marijnissen

Rond 1900 stond het Chinese keizerrijk op instorten, mede door toedoen van Westerse mogendheden, die met techniek en moderniteit de zwakke plekken in de Chinese traditie blootlegden. Mo Yan laat dit conflict in het klein herleven in zijn geboortestreek Gaomi, waar de aanleg van een Duitse spoorlijn op verzet van de bevolking stuit, zeker als een ster van de lokale ‘kattenopera’ zich bij de antiwesterse Bokserbeweging aansluit.

Toch is het geen simpel verhaal van oost tegen west. Mo Yan suggereert dat China zelf al hopeloos verdeeld was en dus een makkelijke prooi. Hoe anders kun je het groteske portret van een verscheurde familie interpreteren dat uiteindelijk de kern van het boek vormt? Onder druk van de Duitsers wordt de operaster opgepakt voor sabotage aan de rails, waarna de plaatselijke onderprefect hem ter afschrikking van de rest een zo spectaculair mogelijke straf moet laten ondergaan. De onderprefect is echter de minnaar van de dochter van de operaster, de mooie Meiniang, en de beul die de publieke foltering zal uitvoeren is niemand minder dan Meiniangs schoonvader, bijgestaan door zijn zoon, haar man dus, een halfzwakzinnige slager.

Dat kan natuurlijk allemaal in de opera, en in de aria’s aan begin en eind van de roman zingen de hoofdpersonages elkaar dan ook voluit toe, klaaglijk en beklagenswaardig. Mo Yans exuberante stijl komt hier prima tot zijn recht, in zijn bonte opeenstapeling van vergelijkingen kan hij nog weleens te ver gaan, maar bij deze toch wat karikaturale stemmen levert het een krachtige polyfonie op.

In het grote middenbedrijf bestijgt de traditionele verteller het toneel, om de bredere achtergrond in te kleuren. Tomeloos als altijd rijgt Mo Yan hier de verhalen aaneen, maar in zijn nieuwe rol zorgt hij wel voor de springerige afwisseling uit de klassieke historische roman, die in China nog altijd zo graag gelezen wordt. Soms lijkt de rol hem op het lijf geschreven, soms laat de nadruk op actie die erbij hoort je ook behoorlijk duizelen. Maar dat volkse is nu eenmaal de opzet, in zijn nawoord zegt hij: zoals de kattenopera ‘op een plein voor de werkende massa’ wordt opgevoerd, zou deze roman ook ‘het best op een plein kunnen worden voorgedragen’.

Langzaam maar zeker werkt hij toe naar de finale, de gruwelijke sandelhoutstraf uit de titel, die ook één grote performance wordt. De meester-beul legt veel eer in zijn werk en uit respect voor de operaster maakt hij er een waar kunststuk van. Dat roept ongemakkelijke vragen op: is dit wrange humor, puur cynisme, of zegt het iets over de decadentie van de macht, voorbode van de val van het rijk en de teloorgang van een traditie, gesymboliseerd door ‘het einde van de opera’, zoals de laatste woorden luiden van de kunstenaar op het schavot?

Het zijn vragen die misschien wat overstemd raken op het plein, maar aan de andere kant: Mo Yan is geen schrijver die zijn bedoelingen of oordelen makkelijk prijsgeeft. Of hij nou een moderne verteller ‘op de achtergrond’ is, zoals hij in zijn Nobelspeech zei, of een die ‘uit de schaduw’ op het podium springt.

Oorspronkelijk verschenen in de Volkskrant, 12 december 2015

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s